De Cypres, Cupressus sempervirens, behoort tot de Cypressenfamilie, Cupressaceae. Het is een opvallende zuilvormige boom met een blauwgroene kleur die tot 60 meter hoog en zelfs 500 jaar oud kan worden. Er zijn zelfs meldingen van cypressen die een leeftijd van meer dan 2000 jaar bereikt hebben. Zijn oorsprong ligt in Azië, maar de boom wordt nu vooral in het Middellandse Zeegebied veel gekweekt.
De latijnse benaming "sempervirens" betekent eeuwig levend en verwijst daarmee waarschijnlijk naar het altijd groen blijvende schubvormige blad maar er kan ook een verwijzing naar het leven na de dood in gezien worden. Waarschijnlijk is dit de reden waarom de cypres veelvuldig op mediterrane kerkhoven te vinden is.
Zowel bij de Grieken als de Romeinen werd de cypres als een heilige boom vereerd en gewijd aan de goden van de onderwereld en het hiernamaals. In het oude Griekenland was cypressenhout heel populair, het werd gebruikt in de scheepsbouw en er werden poorten voor heiligdommen en sacrofagen van vervaardigd.
Theophrastus, een leerling van Aristoteles meldt dat de poorten van de tempel van Ephesus waren gemaakt van vele generaties oud Cipressenhout. Ook het huis van Odysseus zou van dit uiterst duurzame hout gebouwd zijn.
Een romeinse begrafenis was niet compleet zonder cypres. Het was gebruikelijk om na een sterfgeval een cypresje voor het huis van de overledene te plaatsen of de persoon op cypressentakken op te baren. Vaak werd ook het graf met takken bedekt.
Volgens Ovidius is de boom genoemd naar de herdersjongen Kyparissos. Op de jacht doodde hij per ongeluk een heilig hert van de Nymphen. Hij had hierover zoveel verdriet dat hij besloot ook zich zelf te doden. Apollo, kreeg medelijden met de knaap en veranderde hem in een boom zodat hij eeuwig kon treuren. Sindsdien is de cypres als symbool voor eeuwigheid op mediterrane kerkhoven te vinden. Ook het eiland Cyprus dankt zijn naam aan Kyparissos.
Door het massale gebruik van cypressenhout vreesde men al in de middeleeuwen het verdwijnen van de cypressenwouden zodat de senaat van Venetië in 1414 de invoer van cypressenhout uit Kreta verbood.
Cypresolie wordt gewonnen door stoomdestillatie van vers geoogste twijgen, 70-100 kilo plantenmateriaal levert 1 kilo olie op. De kleur varieert van lichtgeel tot groen en de geur doet denken aan de frisse lucht tijdens een boswandeling. De olie wordt in sprays of als geurstof in after-shaves en parfums gebruikt. Cypreshout wordt door de Tibetanen als zuiverende wierook gebruikt en in de aromatherapie wordt de olie vooral toegepast als tonicum voor de bloedvaten en lymfebanen.