De Arganboom of Arganie, Argania spinosa, is één van de oudste bomen ter wereld (botanici schatten de ouderdom op 25 miljoen jaar). Het hout is zeer hard (dichtheid 1) en wordt door de lokale bevolking IJzerhout genoemd. Arganbomen groeien nu nog uitsluitend in het zuidwesten van Marokko in het gebied tussen Essaouira en Agadir. Deze streek wordt bevolkt door stammen van de Amazigh (Berbers) wiens leven en cultuur traditioneel door de Arganboom bestemd worden. De stekelige boom kan 150-200 jaar oud worden en is tot op 1000 mtr. hoogte in het gebergte te vinden.
De Argan wordt tot 10 meter hoog en de kroon kan een doorsnee van 15 meter bereiken. Op zoek naar water boren de wortels zich tot 30 meter diep in de zandbodem. De boom geeft de 'Amazigh' alles wat voor hen van levensbelang is, hij schenkt ze brandhout en schaduw; zijn bladeren en vruchten dienen de geiten en kamelen tot voedsel. Bovendien verhindert hij bodemerosie en leveren de pitten een exclusieve olie. Door het uitbundige kappen ten behoeve van bouw- en brandhout is het aantal bomen sinds het begin van de 20e eeuw met de helft geslonken.
Al sinds 1925 bestaat een heden nog geldig koninklijk decreet 'dahir' wat het gebruik van de Arganbomen regelt. In 1998 heeft de Unesco het 820.000 ha grote gebied tot 'wereld biosfeer reservaat' verklaard. Er staan nog ongeveer 20.000 bomen die beschermd worden en eigendom zijn van de Marokkaanse staat resp. het koningshuis.
Vandaag de dag zorgt de hoge prijs voor de olie, die uit de vruchten gewonnen wordt, voor meer respect voor de "levensboom" van de Berbers. Zo wordt het omhakken van een boom streng bestraft.
Ondanks alle maatregelen is de boom nog steeds met uitsterven bedreigd. Diverse organisaties o.a. 'La Fondation pour l'arganier' proberen ook andere gebieden met Argan te beplanten en daarmee de opmars van de woestijn in te dammen. Dit is een moeizame onderneming die vaak mislukt omdat de boom zich heel slecht laat vermeerderen.
Al bij de Feniciër was de Arganolie bekend en in het jaar 1219 schreef de Egyptische arts "Ibn Al Baythar" een wetenschappelijk bericht over de productie en werking van deze olie. De Berberstammen uit de Souss kennen de kracht van de Arganolie al sinds jaar en dag, niet voor niets wordt hij de 'boom der schoonheid' genoemd. De olie, die tot het waardevolste voedsel ter wereld wordt gerekend, is eveneens waardevol in de haar- en huidverzorging. Bovendien is Arganolie een traditioneel middel voor de behandeling van reuma en huidziekten.
Na het drogen worden de noten, waarvan de schaal veel dikker en harder is dan die van een hazelnoot, door de vrouwen en kinderen met behulp van een steen gekraakt. Hij bevat tot drie "amandelen" ter grote van een zonnepit. Deze pitten worden in een stenen molen gemalen en de pulp wordt met water tot een brei vermengd. Door het met de hand uitpersen van deze brei wordt uiteindelijk de olie gewonnen. De seizoenopbrengst van één boom 'Agdal', ruim 30 kg. vruchten 'Afiasch', bedraagt ongeveer 0,7 liter olie en is 15 uur werk voor één persoon.
De Arganvruchten lijken op gele pruimen, maar het vruchtvlees is voor de mens ongenietbaar. Het oogsten en verwerken van de vruchten is uitsluitend vrouwenwerk, van begin juni tot september verzamelen de Berbervrouwen de rijpe vruchten die van de bomen gevallen zijn. Wegens de harde, scherpe stekels kunnen de vruchten niet uit de boom geschud worden, ook machinaal oogsten is niet mogelijk. Per ezel worden de vruchten naar het dorp gebracht, waar ze eerst worden gedroogd.
Arganolie, 'het Marokkaanse goud', bestaat uit 80% onverzadigde vetzuren, waarvan ± 35 % linolzuur en heeft een hoog gehalte natuurlijke vitamine E (alpha-tocopherol 620mg/kg.) Dit hoge aandeel natuurlijke anti-oxidanten beschermt tegen vrije radicalen.